The necessity of art

Kunst is dé manier om identiteit uit te drukken, van de kunstenaar, van de opdrachtgever, van een cultuur en een tijdperk.

Kunst geeft verdieping aan communicatie.

Kunst inspireert tot betekenisvolle conversaties.

Kunst signaleert en innoveert.

Kunst stelt onderwerpen ter discussie, waar anders over gezwegen wordt.

Kunst verbroedert, brengt mensen samen, maakt verschillen hanteerbaar.

Kunst haalt je uit de sleur.

Kunst vervreemd, verstrooid, onthutst en verward in een samenleving waarin de neiging tot macht, ordening en structuur de overhand dreigt te nemen.

Kunst laat je denken, voelen, ervaren, waarnemen, het legt verbindingen tussen verschillende hersenen, en vormt associaties.

Kunst doet je herinneren aan wat je vergeten was, en laat je vergeten wat er niet toe doet. Er is niets zo bevredigend wanneer er iets uit je handen komt dat het schijnsel uit de ideeën wereld raakt.

Kunst is spelen!

Kunst heelt ons, in kunst is er plaats voor emoties waar in het dagelijks leven niet altijd plek voor is. Rouw, verdriet, pijn, trauma, genot, geilheid, liefde, woede en agressie. Als maker is het een manier om deze emoties een plek te geven. Als toeschouwer is het een manier om herkenning en erkenning te vinden.

Kunst voedt onze verbeelding.

Kunst maakt de wereld een betere plek, het leven mooier en rijker.

Kunst inspireert tot activisme, om in opstand te komen voor een betere wereld! Dan is er nog de zoete schoonheid… er is geen betere plaats om weg te dromen bij prachtige klanken, kleurschakeringen of in elkaar vloeiende bewegingen die zinnenstrelend zijn voor je zintuigen. Kunst likt je wonden. Zodat het harde leven verzacht wordt en soms een moment van sprankelend geluk kan zijn. Kunst maakt het leven dragelijk.

Tot slot nog een citaat van Obama: “Kunst helpt ons schoonheid te waarderen, om pijn te begrijpen, om ons te inspireren tot actie, om ons hoop te geven wanneer we het willen opgeven, om ons uit het dagelijks leven op te tillen, al is het voor een klein moment, en ons weer terug te brengen met een groter en voller hart dan we ervoor hadden.”

Iris van Valkenhoef